Daar moet ik steeds vaker aan denken als ik met mijn mountainbike tegen de wind in moet beuken en ik word ineens met een noodgang door een oma van zevenenzeventig voorbijgereden. Op zich is dat niet zo heel erg, maar ten eerste hoor je geen motortje, dus het is net alsof dat mens echt zelf zo hard trapt en ten tweede kijkt ze je bij het passeren aan met een blik van: Ach God, kun je niet sneller? Dus dan ga ik me helemaal suf trappen om haar weer voorbij te fietsen en hoop dat ze daarna snel ergens het hoekje om gaat. Gelukkig gaat het met de racefiets een stuk makkelijker en kan ik die dingen nog voorblijven. Ik hoop dan ook niet dat de oma’s en opa’s die fietsen laten opvoeren door hun kleinzoons. Maar opvoeren gaat geloof ik niet met die dingen. Lees de gehele column
Wat een gekrakeel van die Boogaard.Zijn collega’s menen dat zij altijd (op een enkeling na)zonder bel kunnen en (mogen rijden) en dan maar schreeuwen alsof zij het fietspad alleen mogen gebruiken. Deze mensen behorne in een afgesloten circuit te rijden en niet op de openbare weg.